Voor iedere twee stoommachines is één condensor in een kelder gebouwd.  In de condensor wordt de afgewerkte stoom door pijpjes  Door deze pijpjes wordt het koelwater gepompt.  Hierdoor zal condensatie optreden en ontstaat weer water. 

Er zijn drie pompen bij elke condensatie-eenheid: een centrifugaalpomp waarmee het koelwater wordt rondgepompt.  Verder is er een roterende luchtpomp en tenslotte een pomp om het condensaat naar de condensaatbakken af te voeren.

Op de foto is rechts het deksel van de condensor, waar onderin de koelwateraanvoer plaatsvindt.  Boven dit deksel is de stoomaanvoer.  In het midden is de centrifugaalpomp te zien, met vlak daarnaast het vliegwiel.  Op de voorgrond staat de luchtpomp (boven) en de condensaatpomp (onder).

 

 

 

 

 

In nov 2001 is tijdens een maalperiode een foto gemaakt waarop de kleuren helpen om aan te geven wat de onderdelen zijn. Zwart: condensor Geel: stoomaanvoer. De dunne pijp is de afvoer van de kleine stoommachine. Groen: De dikke buis is voor het koelwater Onder is nog net een dunne groene buis zichtbaar voor het condensaat Blauw: lucht Rechts is de bak voor het bezinken van het condensaat. De vlotter is midden op het bruine wateroppervlak.

DE OORSPRONKELIJKE KETELS

 

Hier staan de zes ketels met op de voorgrond een paar kleine hoopjes steenkool.  De bovenketels waren toegankelijk via de galerij. Herkenbaar zijn de buizen voor de geforceerde luchttoevoer.  En uiteraard de klep waardoor de steenkool in de vuurgang kon worden gegooid.  Tussen beide vuurgangen is een peilglas zichtbaar zodat het waterpeil kon worden bewaakt.  De stoomleiding steekt net onder de galerij over.

 

 

 

 

Om een goede verbranding te verkrijgen is een goed gedoseerde luchttoevoer van belang. Destijds was er een kleine stoommachine opgesteld om de ventilator aan te drijven.